Surinaamse Bara’s en Aardappelchutney: Recept, Techniek en Serveertips

De Surinaamse bara is een hartige frituurdeegsnack die haar oorsprong heeft in India, waar het als vada bekend staat. Door de invloeden van Hindoestaanse immigranten in Suriname is het recept aangepast, en is de snack in Nederland inmiddels een populaire keukenklassieker geworden. Een bara lijkt qua uiterlijk op een donut, maar heeft qua structuur meer weg van een hartige oliebol. Het deeg wordt gemaakt van urdi meel (meel gemaakt van mungbonen), wat ervoor zorgt dat de snack ook wordt aangeduid als een peulvruchtensnack.

Een belangrijk element bij het genieten van deze snack is de begeleiding. In dit artikel wordt uitgebreid ingegaan op het maken van Surinaamse bara’s, inclusief de ingrediënten, bereiding en techniek. Bovendien wordt een recept voor aardappelchutney uitgebreid beschreven, een ideale begeleiding bij deze snack. Daarnaast worden tips gegeven over bewaren, opwarmen en serveren, zodat iedereen deze lekkernij op zijn best kan genieten.

Ingrediënten en bereiding van Surinaamse bara’s

De basis van de Surinaamse bara bestaat uit een mengsel van urdi meel (meel gemaakt van mungbonen), tajerblad (Surinaamse spinazie), en een reeks kruiden. Voor het recept is het belangrijk om zwarte urdi te gebruiken, aangezien de groene variant te zacht is en een andere smaak heeft. Ook is het verstandig om gespleten urdi te kiezen, die niet volledig gemalen is. Alternatief kan gele erwtenmeel worden gebruikt, wat een vergelijkbare uitkomst oplevert.

De kruiden die in het deeg worden verwerkt, zijn onder andere komijn, knoflook, kurkuma en chilipeper. Ook kan Faja Lobi Roti Kip Massala worden toegevoegd, wat de snack de typische Surinaamse smaak geeft. Voor de bereiding van het deeg is het essentieel om de juiste techniek te hanteren.

Stappen bij de bereiding

  1. Het deeg kneden: Alle ingrediënten worden in een schaal gedaan, en water wordt aan het mengsel toegevoegd. Vervolgens wordt het deeg gekneed tot het zacht en luchtig is. Het is belangrijk om de juiste hoeveelheid water te gebruiken, aangezien te veel water ervoor kan zorgen dat het deeg te plakkerig wordt en niet meer werkbaar is. De schaal met deeg wordt met folie afgedekt en gedurende 2 uur of beter nog een nacht laten rijzen.

  2. Het vormen van de bara’s: Nadat het deeg heeft gegerijpt, worden er met licht vochtige handen balletjes gevormd, ter grootte van een groot ei. Deze balletjes worden daarna platgedrukt tot een diameter van ongeveer 10 cm (kan groter of kleiner zijn, afhankelijk van voorkeur). Met de vinger wordt in het midden een gat gemaakt, zodat de formaat lijkt op een platte donut.

  3. Het bakken van de bara’s: Ruim olie wordt verhit, en de bara’s worden aan weerszijden op matig vuur goudbruin gebakken. Na het bakken worden ze afscheppen en uitlekken op een servet. Het is belangrijk om geen frituurvet te gebruiken, aangezien dit anders een vreemde smaak en een witte laag kan geven aan de snack.

De bereidingstijd van deze recepten is gebaseerd op inductie of heteluchtoven. De bereidingstijd kan echter variëren per warmtebron en het vermogen ervan. Het is daarom verstandig om de handleiding van de warmtebron te raadplegen voor de juiste bereidingstijd. De dosering dient te geschieden met afgestreken (medium) eetlepels, waarbij dit geldt voor de aanduiding in eetlepels.

Bewaren, opwarmen en serveren van Surinaamse bara’s

Surinaamse bara’s kunnen een dag buiten de koeling blijven. Daarna zijn ze enkele dagen houdbaar in de koelkast. Voor langdurige bewaring is het verstandig om de bara’s in te vriezen.

Wanneer de bara’s op een later moment opgewarmd moeten worden, is het beste om dit in de oven te doen. De smaak blijft zo beter behouden dan bij gebruik van de magnetron. De oven kan voorverwarmd worden, en de bevroren bara’s worden in een schaal geplaatst en ongeveer 5 tot 7 minuten opgewarmd. Het is verstandig om de bara even in te drukken om te voelen of hij goed warm is geworden.

Een Surinaamse bara wordt meestal versgebakken geserveerd. Wanneer dat niet mogelijk is, kan hij ook opengesneden en gevuld worden met bijvoorbeeld kip, kousenband of bakkeljauw. De begeleiding bij een bara is meestal in de vorm van chutney of sambal, zoals mango-chutney, aardappel-chutney of tomatenchutney. Voor liefhebbers van pittige smaken is een chutney van Madame Jeanette pepers met tomaat ook een goede keuze. Ook een zoete chilisaus kan een lekkere begeleiding zijn.

Het is verder handig om te weten dat 100 gram bara ongeveer 230 kilocalorieën bevat, met 8,7 gram vet waarvan 0,87 gram verzadigd. De snack is dus niet het gezondste, maar wel erg lekker. Eet smakelijk!

Aardappelchutney recept voor Surinaamse bara’s

Een ideale begeleiding bij Surinaamse bara’s is aardappelchutney, een eenvoudige en lekkere saus die goed aansluit bij de smaak van de snack. De aardappelchutney is niet alleen smaakvol, maar ook makkelijk te bereiden. Het recept benut standaard ingrediënten die vaak in de keuken voorhanden zijn.

Ingrediënten voor aardappelchutney

  • 400 gram aardappelen, geschil en in stukjes
  • 1 teentje knoflook, fijngehakt
  • 1 teentje geraspte tomaat of 1 eetlepel tomatenpuree
  • 1 lepel zure room (optioneel)
  • 1 lepel honing (optioneel)
  • Zout en peper naar smaak
  • 1 eetlepel olijfolie
  • 1 eetlepel water of broodstof

Bereiding van aardappelchutney

  1. Aardappelen koken: De aardappelen worden gekookt tot ze beetgaar zijn. Vervolgens worden ze gekneusd of fijngehakt.

  2. Kruiden en tomaten toevoegen: De fijngehakte knoflook en de tomatenpuree of geraspte tomaat worden aan de aardappels toegevoegd. Ook de zure room en de honing worden toegevoegd, indien gewenst.

  3. Afwerken met olijfolie en water: Het geheel wordt met olijfolie en water of broodstof afgewerkt tot een gladde, iets romige chutney. Zout en peper worden naar smaak toegevoegd.

De aardappelchutney is nu klaar om bij de bara’s te worden geserveerd. De chutney kan vooraf worden bereid en in de koelkast worden bewaard voor meerdere maaltijden. De smaak wordt tijdens de bewaring iets intenser.

Serveertips en variaties

Het is verstandig om de chutney op kamertemperatuur te serveren, zodat de smaken goed kunnen ontwikkelen. De chutney kan worden geschept op een aparte schaal of direct op de bara’s. Voor liefhebbers van pittige smaken is het mogelijk om Madame Jeanette pepers in de chutney te verwerken, wat de smaak iets scherper maakt.

Een andere variatie is het gebruik van zoete chilisaus of Surinaamse sambal als begeleiding. Deze sambals zijn typisch voor de Surinaamse keuken en vormen een passende begeleiding bij de bara’s. Het is ook mogelijk om de chutney iets zwoeler of groener te maken door extra groenten of kruiden toe te voegen.

Bij het serveren van de Surinaamse bara’s is het belangrijk om te weten dat deze met de handen worden gegeten. De Surinaamse keuken legt veel nadruk op het handmatig eten van gerechten, en ook de bara’s voldoen aan deze traditie. Het is verstandig om op tafel geen bestek te gebruiken, zodat iedereen zich op zijn gemak voelt bij het eten van deze snack.

Het gebruik van kruiden en specerijen in de Surinaamse keuken

De Surinaamse keuken is sterk geïnspireerd door de Hindoestaanse traditie, en dit blijkt ook uit het gebruik van kruiden en specerijen. In het recept voor de bara’s worden kruiden als komijn, knoflook, kurkuma en chilipeper gebruikt. Deze kruiden geven de snack een typische smaak en aroma.

De Faja Lobi Roti Kip Massala is een andere kruidenmengsel die wordt toegevoegd aan het deeg, wat ervoor zorgt dat de snack een intensere smaak krijgt. Deze massala is typisch voor de Surinaamse keuken en bevat een mix van verschillende kruiden en specerijen. Het is verstandig om deze massala volgens de instructies van de verpakking toe te voegen, zodat de smaak goed uitkomt.

Wanneer men liever zelf kruidenmengsels maakt, is het mogelijk om een eigen mix samen te stellen. Voor een Surinaamse smaak is het verstandig om kruiden zoals komijn, kurkuma, knoflook, gember en chilipeper te combineren. Ook is het mogelijk om een beetje tamarinde of citroensap toe te voegen voor een zure of zoete smaak.

De oorsprong en evolutie van de Surinaamse bara

De Surinaamse bara is een snack die haar oorsprong heeft in India, waar het als vada bekend staat. De vada is een frituurdeegsnack die ook gemaakt wordt van urdi meel of aardappelmeel. Door de invloeden van Hindoestaanse immigranten in Suriname is het recept van de vada aangepast, en is de snack bekend geworden als bara.

In Suriname is de snack snel populair geworden en is het een klassieke snack geworden die vaak wordt geserveerd bij diverse gelegenheden. In Nederland is de Surinaamse keuken in de afgelopen jaren steeds meer in opkomst, en ook de Surinaamse bara is een populaire keukenklassieker geworden.

De evolutie van het recept is gebeurd door invloeden van andere keukens, zoals de Indische en Caribische keuken. Dit heeft geleid tot variaties in het recept, zoals gevulde bara’s of verschillende chutneys als begeleiding. De Surinaamse keuken is een rijke mix van verschillende culturen, en dit is ook te zien in de bereiding en smaken van de snacks die in deze keuken worden gemaakt.

De rol van de mungboon in de Surinaamse keuken

De mungboon is een belangrijk ingrediënt in de Surinaamse keuken. De mungboon is een soort peulvrucht die rijk is aan eiwitten en vezels. In de Surinaamse keuken wordt de mungboon vaak verwerkt tot urdi meel, wat de basis vormt voor gerechten zoals bara’s en roti’s.

De mungboon is een vegane bron van eiwit, wat maakt dat het een populaire keuze is voor mensen die kiezen voor een plantaardige voeding. Het meel van de mungboon heeft een neutrale smaak, wat het een goede basis maakt voor verschillende gerechten. Het meel is ook makkelijk te verwerken en brengt een luchtige textuur met zich mee.

In de Surinaamse keuken is het gebruikelijk om zwarte urdi te gebruiken, aangezien de groene variant te zacht is en een andere smaak heeft. Het is verstandig om gespleten urdi te kiezen, die niet volledig gemalen is. Ook kan gele erwtenmeel worden gebruikt, wat een vergelijkbare uitkomst oplevert.

Het gebruik van tajerblad in de Surinaamse keuken

Tajerblad is een ingrediënt dat vaak wordt gebruikt in de Surinaamse keuken. Het is ook bekend als Surinaamse spinazie en is een groente die op spinazie lijkt. Het tajerblad wordt vaak verwerkt in gerechten zoals roti’s en chutneys.

In de Surinaamse keuken is het gebruikelijk om tajerblad in het deeg van de bara’s te verwerken, wat ervoor zorgt dat de snack een groenige tint krijgt en een extra smaak verkrijgt. Het is ook mogelijk om normale (verse) spinazie te gebruiken als alternatief voor tajerblad.

Het tajerblad is een rijk voedingsbron van vitaminen en mineralen, zoals vitamine A, vitamine C en ijzer. Het is een goede keuze voor mensen die een gezonde voeding kiezen. Het tajerblad is makkelijk te koken en te verwerken in verschillende gerechten.

De rol van de Faja Lobi Roti Kip Massala in het recept

De Faja Lobi Roti Kip Massala is een kruidenmengsel dat vaak wordt gebruikt in de Surinaamse keuken. Het is een typische Surinaamse massala, die een mix is van verschillende kruiden en specerijen. Deze massala wordt vaak gebruikt in gerechten zoals roti’s en kipgerechten.

In het recept voor de Surinaamse bara’s wordt de Faja Lobi Roti Kip Massala toegevoegd aan het deeg, wat ervoor zorgt dat de snack een intensere smaak verkrijgt. Het is verstandig om deze massala volgens de instructies van de verpakking toe te voegen, zodat de smaak goed uitkomt.

De Faja Lobi Roti Kip Massala is een populaire kruidenmengsel in de Surinaamse keuken en wordt vaak gebruikt in combinatie met andere kruiden en specerijen. Het is een makkelijke manier om een typische Surinaamse smaak toe te voegen aan gerechten.

Conclusie

De Surinaamse bara is een hartige frituurdeegsnack die haar oorsprong heeft in India, waar het als vada bekend staat. Door de invloeden van Hindoestaanse immigranten in Suriname is het recept aangepast, en is de snack bekend geworden als bara. De snack is in Nederland een populaire keukenklassieker geworden en wordt vaak geserveerd met een aardappelchutney of andere Surinaamse sambals.

Het recept voor de Surinaamse bara’s is relatief eenvoudig, maar vereist wel enige techniek bij het vormen en bakken van de snack. Het is verstandig om zwarte urdi te gebruiken en gespleten urdi te kiezen, aangezien deze een betere uitkomst oplevert. Ook is het verstandig om de Faja Lobi Roti Kip Massala toe te voegen aan het deeg, wat ervoor zorgt dat de snack een typische Surinaamse smaak verkrijgt.

Bij de Surinaamse bara’s is een aardappelchutney een ideale begeleiding. Deze chutney is eenvoudig te bereiden en bevat standaard ingrediënten die vaak in de keuken voorhanden zijn. De chutney kan worden geserveerd op kamertemperatuur en is geschikt voor meerdere maaltijden.

Het is verstandig om de Surinaamse bara’s versgebakken te serveren, maar het is ook mogelijk om ze in te vriezen en op te warmen. Wanneer men de snack op een later moment wil opwarmen, is het beste om dit in de oven te doen. De smaak blijft zo beter behouden dan bij gebruik van de magnetron.

De Surinaamse keuken is een rijke mix van verschillende culturen, en dit is ook te zien in de bereiding en smaken van de snacks die in deze keuken worden gemaakt. De Surinaamse bara is een klassieke snack die niet alleen in Suriname, maar ook in Nederland een populaire keukenklassieker is geworden.

Bronnen

  1. Bara – zachte en luchtige peulvruchtensnack
  2. Surinaamse roti recept

Related Posts