Drie in de pan: het klassieke recept en zijn moderne varianten

Drie in de pan is een klassiek gerecht uit de Nederlandse keuken dat sinds generaties geliefd is bij zowel kinderen als volwassenen. Het gerecht bestaat uit drie kleine, dikke pannenkoekjes die tegelijk in één pan worden gebakken, vandaar de naam. Het klassieke beslag bevat gist en rijst een tijdje, maar er zijn ook snellere varianten beschikbaar die zelfrijzend bakmeel gebruiken. In dit artikel wordt het klassieke recept van oma uitgebreid besproken, evenals de moderne versies die de bereidingswijze efficiënter maken. Daarnaast komen de ingrediënten en de technieken voor het bakken van de pannenkoekjes aan de orde, inclusief eventuele variaties. Op het einde wordt aandacht besteed aan allergieën en alternatieven voor mensen met voedingsbeperkingen.

Geschiedenis en achtergrond

Drie in de pan is een gerecht dat in de Nederlandse keuken een vaste plek heeft. De oorsprong van het gerecht ligt in het bakken van oliekoeken, die traditioneel gemaakt werden met gistdeeg. Dit betekent dat drie in de pan technisch gezien een platgeperste oliebol is. In het verleden was het gebruikelijk om dit gerecht tijdens koude winterdagen te bereiden, wanneer het gevoel van warme, versgebakken pannenkoekjes extra waardevol was. De smaak werd vaak versterkt door toevoeging van rozijnen, appel en kaneel, wat ook nog steeds een populaire combinatie is.

Hoewel de naam “drie in de pan” duidelijk is en eenvoudig te onthouden, is het gerecht ook bekend onder andere namen in verschillende regio’s van Nederland. Zo noemen de Zeeuwen deze pannenkoekjes soms “smouters”, naar de smout die traditioneel gebruikt werd voor het bakken. Smout is een andere term voor reuzel of niervet van een varken. Deze naam geeft een duidelijk beeld van de regionale varianten en de diversiteit die bestaat binnen dit eenvoudige gerecht.

Ingrediënten en bereidingswijze

De ingrediënten die nodig zijn voor het maken van drie in de pan variëren licht afhankelijk van de bereidingswijze. In de klassieke variant, zoals beschreven in de bronnen, worden gist, bloem, melk, gist, rozijnen, appel en kaneel gebruikt. Voor de snellere variant wordt zelfrijzend bakmeel gebruikt in plaats van gist, waardoor het rijtijd van het beslag overbodig wordt. Hieronder worden de ingrediënten en bereidingsstappen van de verschillende varianten nader besproken.

Klassieke variant met gist

De klassieke variant van drie in de pan vereist gist, wat betekent dat het beslag tijd nodig heeft om te rijzen. Hieronder staan de ingrediënten en stappen die volgens de bronnen gebruikt kunnen worden:

  • 250 g bloem
  • 1 theelepel gist
  • 1 snufje zout
  • 1 eetlepel suiker
  • 1 ei
  • 330 ml volle melk
  • 75 g rozijnen (optioneel)
  • 1 appel (optioneel)
  • Boter of reuzel voor het bakken
  • Poedersuiker of kaneelpoeder voor bestrooien

De bereiding begint met het maken van een gistbeslag. De melk wordt opgelauwd tot ongeveer 40°C en gist wordt erin gevoegd. Het beslag rijst gedurende ongeveer een uur. Daarna worden rozijnen en appelblokjes aan het beslag toegevoegd. De pannenkoekjes worden in een gietijzeren pan gebakken, waarbij drie stukken tegelijk passen. De pannenkoekjes worden goudbruin gebakken, en halverwege worden ze omgekeerd. Na het bakken worden ze bestrooid met poedersuiker of kaneelpoeder.

Snellere variant met zelfrijzend bakmeel

Voor wie minder tijd heeft, is er ook een snellere variant beschikbaar. In deze variant wordt zelfrijzend bakmeel gebruikt in plaats van gist. Hieronder staan de ingrediënten en bereidingsstappen:

  • 200 g zelfrijzend bakmeel
  • 120 g rozijnen
  • 2 tot 3 appels
  • 1 ei
  • 325 ml halfvolle melk
  • Kaneel en zout naar smaak
  • Boter of olijfolie voor het bakken

De bereiding is eenvoudiger, omdat het beslag niet hoeft te rijzen. Het bakmeel wordt gemengd met kaneel en zout. Het ei en een deel van de melk worden aan het bakmeel toegevoegd en het mengsel wordt tot een stevig beslag verwerkt. Daarna worden de rozijnen en appelblokjes aan het beslag toegevoegd. De pannenkoekjes worden in een koekenpan gebakken, waarbij drie stukken tegelijk passen. Het resultaat is een lichtere pannenkoek, zonder de rijtijd die nodig is voor gist.

Andere varianten en variaties

Naast de klassieke variant en de snellere variant zijn er ook andere opties beschikbaar. In sommige recepten worden extra smaken toegevoegd, zoals citroenschil of rum. Ook is het mogelijk om de pannenkoekjes hartiger te maken, bijvoorbeeld door de toevoeging van pindakaas of honing. In de bronnen wordt ook aandacht besteed aan het gebruik van een mixer met deeghaken, wat het mengen van het beslag efficiënter maakt.

In de bereidingswijze wordt vaak gewezen op het gebruik van een gietijzeren pan, die een warme, gelijkmatige hitte levert. De pan wordt eerst verhit en daarna wordt er wat boter of olijfolie in gegoten. Het beslag wordt in drie gelijke hoeveelheden in de pan geschept, waarbij elke portie langzaam goudbruin wordt. Halverwege worden de pannenkoekjes omgekeerd om ze evenmatig te bakken.

Technieken en tips voor het bakken

Het bakken van drie in de pan vereist bepaalde technieken om het beste resultaat te bereiken. Hieronder worden enkele tips en technieken besproken die uit de bronnen zijn afgeleid:

Het maken van het beslag

Het maken van het beslag is de eerste en belangrijkste stap. Het beslag moet glad zijn en geen klontjes bevatten. In de klassieke variant met gist is het essentieel dat het beslag goed rijst, omdat dit ervoor zorgt dat de pannenkoekjes luchtig worden. In de snellere variant met zelfrijzend bakmeel is het beslag steviger, omdat het geen tijd nodig heeft om te rijzen.

Het beslag wordt meestal gemengd in een kom met een garde of een mixer met deeghaken. Het is belangrijk om het beslag niet te lang te mengen, omdat dit ervoor kan zorgen dat het te stijf wordt. In de klassieke variant wordt het gistmengsel eerst apart gemaakt en daarna aan het resterende beslag toegevoegd.

Het bakken van de pannenkoekjes

Het bakken van de pannenkoekjes is een kritieke stap. De pan moet goed verhit zijn voordat het beslag erin wordt geschept. In de bronnen wordt vaak gewezen op het gebruik van een gietijzeren pan, die een warme, gelijkmatige hitte levert. De pan wordt eerst verhit en daarna wordt er wat boter of olijfolie in gegoten. De boter of olijfolie zorgt ervoor dat de pannenkoekjes niet kleefen en een goudbruine kleur krijgen.

Het beslag wordt in drie gelijke hoeveelheden in de pan geschept. Het is belangrijk dat de hoeveelheid per portie gelijk is, zodat de pannenkoekjes evenmatig bakken. Elke portie moet ongeveer 1½ eetlepels beslag bevatten. De pannenkoekjes worden goudbruin gebakken, en halverwege worden ze omgekeerd om ze evenmatig te bakken.

Het bakken van de pannenkoekjes duurt ongeveer 7 minuten op middelhoog vuur. Het is belangrijk om het vuur niet te hoog te zetten, omdat de pannenkoekjes dan te snel bruin kunnen worden en de binnenkant niet gaar is. Als de pannenkoekjes klaar zijn, worden ze uit de pan gehaald en op een bord gelegd. Ze kunnen onder aluminiumfolie worden gehouden om warm te blijven, totdat alle porties zijn gebakken.

Bestrooien en serveren

Na het bakken worden de pannenkoekjes meestal bestrooid met poedersuiker of kaneelpoeder. In de klassieke variant wordt vaak ook stroop op de pannenkoekjes gesmeerd, wat extra smaak geeft. Het is ook mogelijk om de pannenkoekjes hartiger te maken, bijvoorbeeld door de toevoeging van pindakaas of honing.

Het serveren van drie in de pan is meestal een informele aangelegenheid. De pannenkoekjes worden vaak op een bordje van drie per persoon geserveerd, en ze zijn heerlijk warm. In de bronnen wordt vaak gewezen op het feit dat het gerecht heerlijk is als ontbijt of als lunchgerecht.

Allergieën en voedingsbeperkingen

In de bereiding van drie in de pan kunnen allergenen aanwezig zijn. In de bronnen wordt gewezen op het feit dat bakmeel niet geschikt is voor mensen met een glutenintolerantie. Ook is rietsuiker niet geschikt voor mensen die een suikerarm dieet volgen. Eieren en boter kunnen ook allergieën veroorzaken, en het is belangrijk om rekening te houden met deze beperkingen bij het bereiden van het gerecht.

Voor mensen met allergieën of voedingsbeperkingen zijn er alternatieven beschikbaar. Glutenvrij bakmeel kan worden gebruikt in plaats van normaal bakmeel, en suikerarm suiker kan worden gebruikt in plaats van rietsuiker. Eieren kunnen worden vervangen door een eiersubstituut, en boter kan worden vervangen door een plantaardige vetvariant.

Conclusie

Drie in de pan is een klassiek gerecht uit de Nederlandse keuken dat eenvoud en smaak combineert. Het gerecht bestaat uit drie kleine, dikke pannenkoekjes die tegelijk in één pan worden gebakken. Het klassieke recept met gist vereist een rijtijd, maar er is ook een snellere variant beschikbaar met zelfrijzend bakmeel. De ingrediënten en bereidingswijze variëren licht afhankelijk van de variant, maar het eindresultaat is steeds een heerlijke, warme pannenkoek die heerlijk is als ontbijt of lunch.

Het bakken van drie in de pan vereist enkele technieken, zoals het maken van een glad beslag en het bakken van de pannenkoekjes in een gietijzeren pan. Het is belangrijk om de hoeveelheid per portie gelijk te houden en het vuur niet te hoog te zetten. Na het bakken worden de pannenkoekjes meestal bestrooid met poedersuiker of kaneelpoeder, en ze zijn heerlijk warm.

Voor mensen met allergieën of voedingsbeperkingen zijn er alternatieven beschikbaar. Glutenvrij bakmeel, suikerarm suiker, eiersubstituten en plantaardige vetten kunnen worden gebruikt in plaats van de traditionele ingrediënten. Door deze alternatieven te gebruiken, is het mogelijk om drie in de pan te bereiden voor mensen met een voedingsbeperking.

Bronnen

  1. Drie in de pan – Alles over het klassieke recept
  2. Drie-in-de-pan – Recept en bereidingswijze
  3. Drie-in-de-pan – Het klassieke recept van oma
  4. Drie in de pan – Geschiedenis en varianten
  5. Oud-Hollands recept voor drie in de pan
  6. Drie in de pan – Ingrediënten en bereidingstips
  7. Herman den Blijker over drie-in-de-pan

Related Posts