Het voorschrijven van medicatie: richtlijnen, protocollen en praktische toepassing

Het voorschrijven van medicatie is een essentieel onderdeel van de medische praktijk. Het vereist niet alleen kennis van de betreffende middelen, maar ook aandacht voor juridische kaders, medische richtlijnen en patiëntveiligheid. Voor arts en patiënt is het belangrijk dat recepten correct worden opgesteld en dat het gebruik van geneesmiddelen zorgvuldig wordt gereguleerd. In dit artikel worden de richtlijnen en protocollen voor het voorschrijven van medicijnen uitgebreid toegelicht, met een nadruk op de praktijk voor artsen, verpleegkundig specialisten en andere zorgverleners.

Wat is een medisch recept?

Een medisch recept is een schriftelijke instructie waarin een arts of andere bevoegde zorgverlener aangeeft welk geneesmiddel een patiënt moet gebruiken, hoe het moet worden ingenomen en in welke hoeveelheid. Dit document is verplicht bij het afhalen van zogenaamde UR-geneesmiddelen, die uitsluitend op recept verkrijgbaar zijn. Het recept moet voldoen aan specifieke juridische en medische eisen en is essentieel om de juiste toediening van geneesmiddelen te waarborgen.

Het recept bevat diverse elementen die belangrijk zijn voor de patiënt en de apotheek. Volgens de richtlijnen dient het recept te bevatten:

  • Naam, adres en telefoonnummer van de voorschrijver
  • Naam en adres van de patiënt
  • Geboortedatum of leeftijd van de patiënt (bij kinderen)
  • Gewicht van de patiënt (bij kinderen)
  • Datum van het recept
  • Naam van het geneesmiddel (preferentieel de generieke naam)
  • Toedieningsvorm en sterkte van het geneesmiddel
  • Aantal stuks of hoeveelheid
  • Instructies voor gebruik (zoals “1 tablet per dag”)
  • Eventueel bijzondere aanwijzingen (zoals “niet gebruiken bij voertuigbestuur”)
  • Handtekening of digitale ondertekening van de voorschrijver

Deze richtlijnen zijn opgenomen in diverse bronnen en protocollen, zoals het farmacotherapeutisch kompas en het Kinderformularium.

Wie mag geneesmiddelen voorschrijven?

Het voorschrijven van geneesmiddelen is niet toegestaan voor iedereen. In Nederland zijn er duidelijke regels over welke professionals bevoegd zijn om recepten te schrijven. Volgens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) zijn artsen, tandartsen en verloskundigen de traditionele bevoegde professionals. Deze zorgverleners mogen UR-geneesmiddelen voorschrijven binnen hun deskundigheidsgebied, mits zij daartoe bekwaam zijn.

Naast deze professionals zijn ook bepaalde verpleegkundigen bevoegd om geneesmiddelen te voorschrijven. Dit geldt echter alleen voor routinematige en minder complexe zaken. Specifieke groepen verpleegkundige specialisten, zoals die gespecialiseerd in diabetes mellitus, oncologie, astma en COPD, mogen binnen hun vakgebied geneesmiddelen voorschrijven. Verpleegkundigen die niet in deze groep vallen, zoals assistenten of praktijkondersteuners, zijn niet bevoegd om recepten te schrijven.

Het is belangrijk om te onthouden dat het voorschrijven van opiaten extra aandacht vereist. Voor deze middelen gelden extra regels, zoals het verplichte opnemen van het exacte aantal milligrammen en het vereiste vermelden van een maximum bij z.n. (zo nodig) gebruik. Ook mag er op een opiatenrecept niet worden gekrast.

Het proces van het voorschrijven van geneesmiddelen

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een georganiseerd proces dat zowel juridische als medische aspecten omvat. Voor een arts of verpleegkundig specialist is het essentieel om dit proces goed te begrijpen om patiëntveiligheid en wettelijke eisen te waarborgen.

Het proces begint met het bepalen van de juiste therapie voor de patiënt. Dit vereist een goed begrip van de klachten van de patiënt, medische tests en eventuele medische historie. De arts of verpleegkundige specialist kiest vervolgens het geschikte geneesmiddel en bepaalt de juiste dosis en toedieningsvorm. Vervolgens wordt het recept opgesteld volgens de standaardrichtlijnen.

De volgende stappen zijn van belang:

  1. Controle op patiëntgegevens: Voordat een recept kan worden geschreven, dient de zorgverlener de patiëntgegevens te controleren. Dit omvat het voornamen en achternaam van de patiënt, de geboortedatum en eventueel het gewicht bij kinderen. Deze informatie is essentieel voor het correcte voorschrijven van medicatie.

  2. Selectie van het geneesmiddel: Het geneesmiddel dient te worden gekozen op basis van de medische situatie van de patiënt. Het is belangrijk om te weten of het geneesmiddel generiek beschikbaar is of dat het op merknaam dient te worden voorgeschreven. Bijvoorbeeld, anticonceptiepillen worden vaak op merknaam voorgeschreven.

  3. Instructies voor gebruik: De instructies op het recept moeten duidelijk zijn. Het dient te vermelden hoe vaak per dag het geneesmiddel dient te worden ingenomen, of het bij een maaltijd genomen moet worden en eventuele bijzondere aanwijzingen.

  4. Handtekening of digitale ondertekening: Elk recept moet worden ondertekend of digitaal ondertekend. Voor opiaten is een handtekening verplicht, een paraaf is daarbij niet voldoende.

  5. Voorschrijven aan derde landen: Als een patiënt in een ander EU-land het geneesmiddel wil afhalen, is een internationaal recept vereist. Dit recept moet de juiste informatie bevatten, zoals de naam van de patiënt, de naam van de zorgverlener en de gegevens van het geneesmiddel. Het is belangrijk om een kopie van het recept op papier aan te leveren bij een buitenlandse apotheek.

  6. Herhaalrecepten: Voor langdurige therapieën zijn herhaalrecepten mogelijk. Een nieuw recept moet in het begin voor maximaal 15 dagen worden geschreven. Daarna dient de therapie te worden geëvalueerd en wordt het recept per 3 maanden voorgeschreven.

Protocollen voor het voorschrijven van herhaalrecepten

Het voorschrijven van herhaalrecepten vereist een duidelijk protocol om zowel patiëntveiligheid als wettelijke eisen te waarborgen. In een typische praktijk kan het proces als volgt verlopen:

  1. Aanvraag voor herhaalrecept: De patiënt stelt een aanvraag voor een herhaalrecept. Dit kan via de telefoon, een praktijklijn, een receptenbus, een apotheek, of via een patiëntenportaal of e-mail.

  2. Controle op patiëntgegevens: De praktijkassistent of praktijkondersteuner controleert of de aangevraagde medicatie op het medicatieoverzicht staat. Eventueel worden ook rapportages of historische gegevens bekeken.

  3. Controle op langdurig gebruik: Als de patiënt al langer dan 2 weken de medicatie gebruikt, dient de zorgverlener te controleren of het langdurige gebruik nog steeds gewenst is. Indien nodig wordt de therapie geëvalueerd en eventueel aangepast.

  4. Controle op laatste recept: De praktijkassistent controleert of het laatste recept niet ouder is dan 1 jaar. Als dit het geval is, dient een nieuw recept te worden geschreven.

  5. Voorschrijven van het herhaalrecept: Na de evaluatie wordt het herhaalrecept voorgeschreven volgens de standaardrichtlijnen. De zorgverlener controleert of de instructies duidelijk zijn en of de medicatie correct is opgenomen.

  6. Aanleveren bij de apotheek: De patiënt brengt het recept bij de apotheek in. De apotheek controleert of het recept correct is en levert de medicatie uit. Bij een herhaalservice of medicatierol kan het proces automatischer zijn.

De rol van digitale voorschrijvingen

Het digitaal voorschrijven van geneesmiddelen is in de afgelopen jaren steeds meer ingevoerd. Dit proces maakt gebruik van ZorgMail of E-Zorg (Edifact), waarbij recepten digitaal worden doorgegeven. Voor zorgverleners die digitaal voorschrijven, is het belangrijk om te weten hoe het proces werkt.

Het digitaal voorschrijven vereist dat de zorgverlener zijn HIS (Huisarts Informatie Systeem) of ZIS (Ziekenhuis Informatie Systeem) heeft geconfigureerd. Via AZ-net kunnen zorgverleners eenvoudig en snel recepten voorschrijven. Het proces is vooral handig bij het voorschrijven van reguliere geneesmiddelen en helpt om administratieve lasten te verlagen.

Er zijn echter ook beperkingen bij digitaal voorschrijven. Hulpmiddelen en stoppen met roken medicatie kunnen bijvoorbeeld niet via AZ-net worden voorgeschreven. Daarnaast is het belangrijk om ervoor te zorgen dat het digitale systeem goed functioneert en dat er geen technische problemen zijn bij de communicatie met de apotheek.

Veelvoorkomende afkortingen en termen in recepten

Het schrijven van recepten gebruikt veel specifieke afkortingen en termen die bekend moeten zijn bij zorgverleners. Deze afkortingen helpen om het recept duidelijk en overzichtelijk te maken. De belangrijkste afkortingen zijn:

  • R/ – betekent "neem"
  • S/ – betekent "geef"
  • da – betekent "geef"
  • dtd no – betekent "geef zodanige dosis voor een aantal van"
  • z.n. – betekent "zo nodig"
  • dd – betekent "daags" of "per dag"
  • a.c. – betekent "voor de maaltijd"
  • a.n. – betekent "voor de nacht"
  • b.d.d. – betekent "tweemaal daags"
  • m. et v. – betekent "'s ochtends en 's avonds"
  • d.c.p. – betekent "geef met verbod" (bijvoorbeeld geen voertuigbestuur)
  • CITO – betekent "met spoed"
  • PIM – betekent "gevaar bij uitstel"

Het correct gebruiken van deze afkortingen is essentieel om te voorkomen dat het recept verkeerd wordt geïnterpreteerd. Het is daarom belangrijk dat zorgverleners goed worden getraind in het gebruik van deze termen.

Veilig voorschrijven van geneesmiddelen

Het voorschrijven van geneesmiddelen vereist niet alleen kennis van de medicijnen, maar ook aandacht voor patiëntveiligheid. Er zijn diverse richtlijnen en protocollen beschikbaar die helpen bij het veilig voorschrijven van medicatie. Deze richtlijnen zijn onder andere opgenomen in het farmacotherapeutisch kompas en het Kinderformularium.

Het farmacotherapeutisch kompas is een handboek dat informatie bevat over geneesmiddelen, inclusief dosering, toedieningsvorm en eventuele bijwerkingen. Het is een essentieel hulpmiddel voor zorgverleners bij het voorschrijven van medicatie. Het Kinderformularium is een speciale gids voor het voorschrijven van geneesmiddelen aan kinderen. Het helpt bij het bepalen van de juiste dosering op basis van leeftijd, gewicht en lichaamsproporties.

Nieuwe recepten duiden op het maximum 15 dagen. Daarna dient de therapie te worden geëvalueerd en wordt het recept per 3 maanden voorgeschreven. Dit helpt bij het voorkomen van onnodige langdurige therapieën en helpt bij het monitoren van eventuele bijwerkingen of veranderingen in de medische situatie van de patiënt.

Internationale recepten

Als een patiënt in een ander EU-land wil afhalen wat op een recept van een arts in Nederland is voorgeschreven, is een internationaal recept vereist. Het is belangrijk dat dit recept de juiste informatie bevat en in het juiste formaat is opgesteld. Het recept moet de naam van de patiënt, de naam van de zorgverlener en de gegevens van het geneesmiddel bevatten.

Het recept moet ook de geboortedatum van de patiënt en de handtekening van de zorgverlener bevatten. Het is belangrijk om een kopie van het recept op papier te aanleveren bij de buitenlandse apotheek. Niet in alle landen is het mogelijk om het geneesmiddel af te halen, en het kan zijn dat het geneesmiddel onder een andere naam bekend staat.

Conclusie

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een essentieel onderdeel van de medische praktijk. Het vereist kennis van de juiste procedures, aandacht voor patiëntveiligheid en het naleven van wettelijke eisen. Zowel arts als patiënt hebben belang bij het correcte voorschrijven van medicatie om te zorgen voor de juiste toediening en effectiviteit van de therapie.

In de praktijk is het belangrijk om protocollen te volgen en hulpmiddelen zoals het farmacotherapeutisch kompas en het Kinderformularium te gebruiken. Het digitaal voorschrijven van medicatie helpt bij het verlagen van administratieve lasten en maakt het proces efficiënter. Het voorschrijven van herhaalrecepten vereist een duidelijk protocol om te zorgen voor patiëntveiligheid en het juiste gebruik van medicatie.

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een verantwoordelijke taak die niet lichtvaardig mag worden aangepakt. Het vereist een goed begrip van medische richtlijnen, juridische kaders en patiëntveiligheid. Zorgverleners dient te onthouden dat het correcte voorschrijven van geneesmiddelen essentieel is voor de gezondheid van de patiënt.

Bronnen

  1. ApotheekZorg: Digitaal voorschrijven
  2. Medisch Verband: Hoe schrijf ik een recept?
  3. Receptenblok: Online receptenmaker
  4. KNMG: Wie mogen geneesmiddelen voorschrijven?
  5. NHG: Voorbeeldprotocol veilig voorschrijven herhaalrecepten
  6. Rijksoverheid: Medicijnen op recept krijgen binnen de EU

Related Posts