Inleiding
Appelflappen zijn een geliefde lekkernij in de Nederlandse keuken, bekend om hun knapperige deeglaag en zachte, zoete appelvulling. traditioneel worden deze gebakken lekkernijen gemaakt met suiker, maar er is een groeiende vraag naar alternatieven zonder toegevoegde suiker. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van verschillende recepten en technieken om suikervrije appelflappen te maken, variërend van traditionele recepten met bladerdeeg tot gezondere varianten met volkoren deeg en natuurlijke zoetstoffen. We bespreken ingrediënten, bereidingsmethoden, voedingswaarden en tips voor het perfect bakken van deze heerlijke, suikervrije lekkernijen.
Basisrecepten voor Suikervrije Appelflappen
Traditionele Appelflappen met Bladerdeeg
Een klassiek recept voor suikervrije appelflappen maakt gebruik van bladerdeeg en een mengsel van appels met natuurlijke zoetstoffen. Dit recept, afkomstig van Steviala, is eenvoudig te maken en resulteert in heerlijke, knapperige appelflappen.
Ingrediënten: - 8 vellen bladerdeeg - 3 middelgrote appels (bij voorkeur zoetere soorten zoals Jonagold of Elstar) - 2 eetlepels Steviala Kristal Sweet - 1 eetlepel Steviala Ery-Bronze - 1 theelepel kaneel - 1 eetlepel citroensap - 1 ei - snufje zout - Steviala Caramel Crush (optioneel als topping)
Benodigdheden: - Schilmesje - Snijplank - Mengkom - Vork - Kwastje voor het bestrijken van de appelflappen - Bakplaat - Bakpapier - Oven
Bereidingswijze: Haal eerst het bladerdeeg uit de vriezer en laat het ontdooien. Schil vervolgens de appels, verwijder het klokhuis en snijd ze in kleine blokjes. Verwarm ondertussen de oven voor op 200 graden Celsius.
Meng de appelblokjes met de Steviala Kristal Sweet, Ery-Bronze, kaneel, citroensap en een snufje zout in een kom. Zorg ervoor dat alle appelstukjes goed bedekt zijn met het mengsel. Leg op elk stuk bladerdeeg een paar lepels van het appelmengsel. Voeg eventueel een klein beetje Steviala Caramel Crush toe voor extra smaak. Vouw de hoeken van het bladerdeeg naar elkaar toe om een driehoekige flap te vormen. Druk de randen goed aan met een vork.
Klop het ei los en bestrijk de bovenkant van de appelflappen hiermee. Dit zorgt voor een mooie glans na het bakken. Leg de appelflappen op een met bakpapier beklede bakplaat en bak ze in ongeveer 20-25 minuten goudbruin. Laat de appelflappen iets afkoelen voordat je ze serveert. Ze zijn heerlijk als ze nog een beetje warm zijn.
Slanke Appelflappen met Filodeeg
Voor een lichtere variant van appelflappen kan filodeeg worden gebruikt in plaats van traditioneel bladerdeeg. Filodeeg heeft de neiging om sneller te scheuren, dus het is belangrijk om de appelstukjes heel klein te snijden.
Ingrediënten: - 10 plakjes filodeeg - 4 zoete appels - kaneel - 1 ei - zoetstof (zoals Newfysic)
Bereidingswijze: Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius. Snijd de appels in heel kleine blokjes en meng ze met kaneel en de gekozen zoetstof. Leg een plak filodeeg op een werkoppervlak en leg een kleine hoop van het appelmengsel in het midden. Vouw de deeghoeken naar binnen om een pakketje te vormen en druk de randen goed aan. Bestrijk met geklopt ei en bak in ongeveer 15-20 minuten goudbruin in de oven.
Eenvoudige Suikervrije Appelflappen
Dit recept van Miranda de Vries is eenvoudig en bevat weinig ingrediënten, ideaal voor een snelle lekkernij.
Ingrediënten voor 4 appelflappen: - 4 plakken bladerdeeg - 1 appel, geschild en in stukjes - Handje rozijnen - 1 theelepel kaneelpoeder - Optioneel: een halve theelepel stevia
Bereidingswijze: Verwarm de oven op 160 graden Celsius. Meng de appelstukjes, rozijnen, kaneel en eventueel stevia in een kom. Leg op elk plakje bladerdeeg anderhalve eetlepel van het appelmengsel en duw de randjes met een vork goed dicht. Bestrijk eventueel met geklopt ei. Bak 20 minuten in de oven en geniet direct van de warme appelflappen.
Alternatieve Zoetstoffen en Ingrediënten
Natuurlijke Zoetstoffen
Suikervrije appelflappen maken gebruik van verschillende natuurlijke zoetstoffen om de zoetheid van traditionele suiker te vervangen. Stevia is een populaire keuze, zoals te zien in meerdere recepten. Steviala biedt verschillende producten zoals Kristal Sweet en Ery-Bronze, die speciaal ontwikkeld zijn voor bakken zonder suiker. Deze producten voegen zoetheid toe zonder de calorieën en bloedsuikerspiegelverhogende effecten van suiker.
Andere natuurlijke zoetstoffen die kunnen worden gebruikt, omvatten: - Appelmoes: ongezouten appelmoes kan zowel als zoetstof als als vochtbron dienen - Dadelensiroop: biedt een rijke, karamelachtige zoetheid - Ahornsiroop: een natuurlijke zoetstof met een kenmerkende smaak - Honing: hoewel wel suiker bevat, wordt het vaak beschouwd als een natuurlijker alternatief
Het Gebruik van Zoete Appelsoorten
Een strategische keuze van appelsoorten kan de behoefte aan toegevoegde zoetstoffen verminderen. Zoetere appelsoorten zoals Jonagold en Elstar bevatten van nature meer suiker en dragen bij aan de zoetheid van de vulling zonder dat er extra suiker nodig is. Deze appels behouden hun vorm tijdens het bakken, wat essentieel is voor een goede textuur van de appelflappen.
Citroensap voor Balans
Citroensap wordt in veel recepten gebruikt om de smaak te balanceren. Het helpt om de zoetheid van de zoetstoffen en appels te temperen en voegt een frisse, lichtzure toets toe die de complexiteit van de smaak verhoogt.
Gezonde Aanpassingen en Variaties
Volkoren Bladerdeeg
Een gezondere variant van traditionele appelflappen kan worden gemaakt door volkoren bladerdeeg te gebruiken in plaats van gewoon bladerdeeg. Volkoren bladerdeeg bevat meer vezels en zorgt voor een langzamer vrijkomen van energie. Dit helpt om bloedsuikerspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspiegelspie