Verantwoord ontwormen bij paarden: Belang van dierenartsrecept en selectieve benadering
Sinds enkele jaren is het niet langer mogelijk om paardenontwormingsmiddelen zonder recept te verkrijgen. Deze verandering is het gevolg van toenemende resistentie van wormen tegen standaardmedicijnen, wat maakt dat het verstandig en verantwoord omgaan met ontworming steeds belangrijker wordt. In dit artikel wordt besproken waarom het gebruik van een dierenartsrecept essent is, hoe selectief ontwormen kan bijdragen aan een duurzamere benadering, en welke praktische stappen paardenbezitters kunnen nemen om wormbesmettingen onder controle te houden.
Inleiding
Het paard is een dier dat inherent blootgesteld is aan darmparasieten. Hoewel een kleine wormbesmetting in de meeste gevallen geen zichtbare problemen veroorzaakt, kan een te zware infestatie leiden tot vermagering, verminderde prestaties, diarree, hoest, koliek of zelfs dodelijke gevolgen. Daarom is het belangrijk om bewust om te gaan met ontworming.
Een essentiële stap in dit proces is het gebruik van een recept van de dierenarts, dat niet alleen noodzakelijk is om medicijnen te verkrijgen, maar ook een essentieel instrument is om resistentie tegen wormbestrijdingsmiddelen te voorkomen. Bovendien is selectief ontwormen – waarbij enkel de paarden met een hoge ei-uitscheiding behandeld worden – een effectieve strategie om zowel het welzijn van het dier als de duurzaamheid van de middelen te waarborgen.
Het belang van een dierenartsrecept
In Nederland zijn alle ontwormingsmiddelen sinds 1 juli 2008 alleen nog verkrijgbaar met een recept van een dierenarts of via bevoegde handelaren die het op basis van een voorschrift van een dierenarts kunnen leveren. Deze maatregel is ingevoerd om de versnelde resistentieontwikkeling tegen ontwormingsmiddelen tegen te gaan.
Resistentie ontstaat doordat wormen steeds vaker in contact komen met hetzelfde middel. Niet alle wormen zijn even gevoelig. Wordt er te vaak of met een te lage dosis ontwormd, dan hebben de minst gevoelige wormen de kans om zich te vermenigvuldigen, waardoor uiteindelijk een genetisch ongevoelige populatie kan ontstaan. Door het gebruik van een recept wordt de toegang tot middelen beperkt en het gebruik doelgerichter.
Het dierenartsrecept bevat ook een logboekpapier dat gedurende vijf jaar moet worden bewaard. Dit is niet alleen een juridische verplichting, maar biedt ook een waardevolle historische referentie voor de dierenarts, die hiermee de ontwormingshistorie van het paard kan volgen en eventuele resistentie ontwikkelingen kan traceren.
Selectief ontwormen
Selectief ontwormen is tegenwoordig een aanbevolen strategie om resistentie te voorkomen en de hoeveelheid gebruikte middelen te beperken. Deze aanpak houdt in dat enkel paarden behandeld worden die een hoge ei-uitscheiding in de mest hebben. Paarden die weinig of geen eieren uitscheiden, worden bewust niet ontwormd, zodat de gevoelige wormsoorten zich kunnen handhaven tegenover de resistentie.
Dit benadert het probleem niet meer door alle paarden in een stal of groep op hetzelfde moment te behandelen, maar door individuele situaties te beoordelen en te reageren op de daadwerkelijke wormbelasting. Paarden die ouder zijn en een immuniteit hebben opgebouwd, kunnen in sommige gevallen zelfs volledig onbehandeld blijven.
Selectief ontwormen kan op basis van een mestonderzoek worden bepaald. Dit onderzoek is eenvoudig uit te voeren via een laboratorium, bijvoorbeeld met kollamasken-monsterzakjes die speciaal hiervoor zijn ontwikkeld. Door paarden te onderzoeken op wormei-uitscheiding, kan worden voorkomen dat middelen worden verspild aan dieren die er weinig of geen voordeel van hebben.
Mestonderzoek: Een essentieel onderdeel
Mestonderzoek is niet alleen een handig hulpmiddel bij het selectief ontwormen, maar ook een effectieve manier om de effectiviteit van het gebruikte middel na te gaan. Door een monsterspuiting in te sturen vóór en na een ontworming, kan worden beoordeeld of het middel nog werkt. Als na de behandeling nog steeds veel eieren aanwezig zijn, duidt dit op een mogelijke resistentie.
De optimale tijd voor het verzenden van monsters is in april-mei, vóór het begin van de zomerweide. Hiermee heeft men tijd om eventueel te ontwormen voordat de besmetting zich verder verspreidt. Een tweede onderzoek kan in september-oktober worden uitgevoerd, voordat het paard terugkeert naar de stal. Deze tijdsplanning helpt bij het plannen van de ontworming en het voorkomen van overbodige behandelingen.
Een ander voordelen van mestonderzoek is dat het helpt bij het kiezen van het juiste middel. Als bijvoorbeeld de spoelworm aanwezig is, kan er gekozen worden voor een middel dat effectief is tegen deze soort. Zo kan een dierenarts gerichter adviseren en zo de kans op resistentie verkleinen.
Praktische stappen voor paardenbezitters
Weidemanagement
Buiten de gebruik van ontwormingsmiddelen speelt ook het weidemanagement een belangrijke rol in het voorkomen van wormbesmettingen. Een aantal maatregelen kan hierbij effectief zijn:
- Mest verwijderen: Door de mest binnen een week te verwijderen, kan worden voorkomen dat larven op het gras komen. Dit is een van de meest efficiënte manieren om de weidebesmetting te verlagen.
- Maaien en hooien: Als het gras wordt gemaaid of gehooit en het materiaal wordt verwijderd, verdwijnt een groot deel van de larven. Het is belangrijk dat het gemaaide gras niet opnieuw op het weiland wordt geplaatst.
- Slepen van de weide: Slepen blootst eieren en larven aan UV-licht, waardoor zij snel sterven. Dit is een eenvoudige, maar effectieve maatregel.
- Mestverdeling vermijden: Het gebruik van mest als kunstmest moet worden vermeden, omdat hiermee de larven en eieren opnieuw op het gras terechtkomen.
- Scherpe schapen of runderen op de weide: Deze dieren nemen een groot deel van de wormbesmetting op, zonder zelf last te hebben van paardenwormen.
Verplaatsing van paarden
Het verplaatsen van paarden in het weiland kan ook helpen bij het beperken van de besmetting. Het is aan te raden om paarden iedere 5-6 weken naar een nieuw gedeelte van het weiland te verplaatsen. Hierdoor wordt de larvenpopulatie verminderd en kan de besmetting zich niet zo snel verspreiden.
Nieuw aangekomen paarden
Een nieuw aangekomen paard dient bij aankomst te worden ontwormd en gedurende 2 dagen apart te worden gehouden. Hiermee kan worden voorkomen dat eventuele parasieten zich verspreiden naar de rest van de groep. Het is ook belangrijk om de gewichtsvoorraad nauwkeurig te bepalen, zodat het juiste dosis kan worden toegediend.
Veilig en effectief doseren
Het correct doseren van ontwormingsmiddelen is essentieel om zowel de effectiviteit van de behandeling als de gezondheid van het paard te waarborgen. Het is belangrijk om het gewicht van het paard nauwkeurig te bepalen en liever iets te veel middel te gebruiken dan te weinig. Het is aan te raden om het gewicht met 50 kg extra te schatten als er twijfel is.
Bij bepaalde soorten paarden, zoals Shetlandpony’s en veulens, is het extra belangrijk om nauwkeurig te doseren. Deze dieren zijn gevoeliger voor bepaalde middelen, zoals moxidectine (Equest). Het gebruik van Equest mag bijvoorbeeld niet bij veulens jonger dan 4 maanden. Het is daarom verstandig om met de dierenarts overleg te hebben bij het ontwormen van jonge dieren.
Middelkeuze en wisselen van middelen
Het is een veelvoorkomende misvatting dat het wisselen van ontwormingsmiddelen regelmatig resistentie kan voorkomen. In werkelijkheid kan dit juist de ontwikkeling van resistentie bevorderen. Het is beter om een middel consistente te gebruiken, zolang het nog effectief is.
Het kiezen van het juiste middel hangt af van de soort worm die aanwezig is. Bijvoorbeeld:
- Moxidectine (Equest) is effectief tegen rode bloedwormlarven en lintwormen.
- Ivermectine is effectief tegen longwormen en horzellarven.
- Strongid-P (Pyrantel) is effectief tegen spoelwormen.
Het is daarom aan te raden om met de dierenarts overleg te hebben over de keuze van het middel, zodat het juiste product wordt ingezet. In het voorjaar is Equest een goede keuze, terwijl Equimax of Equest Pramox effectief is tegen lintwormen in het late najaar of begin winter.
Conclusie
Het verantwoord en doelgericht ontwormen van paarden is essentieel voor zowel het welzijn van het dier als de duurzaamheid van ontwormingsmiddelen. Het gebruik van een dierenartsrecept is niet alleen een juridische verplichting, maar ook een essentieel instrument om resistentie te voorkomen. Door selectief ontwormen, mestonderzoek uit te voeren en het weidemanagement te verbeteren, kan de wormbelasting in het weiland worden beheerst zonder onnodige behandelingen.
Paardenbezitters spelen hierbij een actieve rol. Door het gewicht van het paard nauwkeurig te bepalen, de juiste middelen te kiezen en het weiland goed te beheren, kan een effectieve en duurzame ontwormingsstrategie worden ontwikkeld. Het is aan te raden om regelmatig met een dierenarts overleg te hebben, zodat de behandeling zo gericht mogelijk is en de gezondheid van het paard wordt gewaarborgd.