Het Groot Surinaams Kookboek: Een geschiedenis van Surinaamse culinair erfgoed

Het Groot Surinaams Kookboek is een fundamenteel document in de Surinaamse culinair geschiedenis. Het boek is over een periode van bijna 40 jaar samengesteld en heeft sinds zijn eerste publicatie in 1938 een centrale rol gespeeld in het bewaren en verspreiden van Surinaamse keukenspecialiteiten. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de geschiedenis van het Groot Surinaams Kookboek, inclusief de bijdragen van verschillende personen en de evolutie van inhoud en uitvoering over de jaren.

Geschiedenis van het Groot Surinaams Kookboek

Het eerste deel van het Groot Surinaams Kookboek verscheen in 1938 onder de titel “Wat de Surinaamse Pot Schaft”. Dit boek was samengesteld door een groep vrouwen die betrokken waren bij de huishoudschool in Suriname. De belangrijkste samenstelster was Hendrina Seppen-de Wekker, die ook de eerste directrice van de Huishoudschool was. Andere bijdragers waren Adriana Floor-Gordeau, Annie van Leesten-Behr en Clementine Smeulders-Rens. Dit eerste deel legde de basis voor het later ontwikkelen van het Groot Surinaams Kookboek.

In 1954 verscheen het tweede deel onder de titel “Voeding goed – Volk gezond”. Dit boek bevatte vrijwel alle recepten uit het eerste deel, maar werd aangevuld met ruim 150 nieuwe recepten. De directrice van de school op dat moment, Emmy Samson, was verantwoordelijk voor deze uitbreiding, met steun van een team dames. Helaas werden de namen van deze bijdragers niet vermeld in het boek.

Het derde en laatste deel van het Groot Surinaams Kookboek werd gereed in 1963 onder leiding van Anna Starke, die destijds directrice was van de school. Het perfectioneren van de recepten lag op de schouders van Henriëtte Aletrino-Coronel, die op dat moment hoofd van de keuken was. Binnen de school kreeg zij hulp van Juliana Seedorf-Ip Tjoe Sin, Flora da Silva-Pos en Muriel Samsin-Hewitt. Daarnaast werden ook externe adviezen ingezameld, met name van Theodora Malmberg, Willy Malmberg-Chan Jon Chu, Estelle Monk-Morpurgo en Clara Hermelijn-Giskus.

Hoewel het derde deel in 1963 gereed was, verscheen het pas in 1976 vanwege gebrek aan financiële middelen. De Surinaamse editie volgde drie jaar later. Dit vertraging betekende dat het boek pas in de jaren zeventig beschikbaar was voor een bredere lezersgroep.

Binnenkort wordt een vierde deel van het Groot Surinaams Kookboek uitgebracht. Dit deel is volledig herzien en aangevuld met nieuwe recepten, mede door Diana Dubois. Zij kreeg bij dit proces hulp van Joan Neyhoft en Gré Ploeg. Hierdoor is het totaal aantal recepten gestegen tot 750. In dit laatste deel is ook de uitgebreide geschiedenis van het Groot Surinaams Kookboek opgenomen.

De typewerkzaamheden van de verschillende delen werden uitgevoerd door verschillende personen. Het eerste deel werd getypt door Annabella Wright, het tweede deel door Muriel Samsin-Hewitt, en het derde deel door een niet genoemde administratrice van de school. Deze typewerkzaamheden waren essentieel voor de uitvoering van het boek.

De rol van verschillende personen in het Groot Surinaams Kookboek

De samenstelling van het Groot Surinaams Kookboek was een collectieve inspanning van verschillende personen, zowel binnen als buiten de huishoudschool. De directrices van de school speelden een centrale rol in het coördineren van het project. Zo was Hendrina Seppen-de Wekker de eerste directrice van de Huishoudschool en ook de samenstelster van het eerste deel. Ze legde de grondslag voor het project met haar samenwerking met andere vrouwen.

Later overnam Emmy Samson de rol van directrice en was verantwoordelijk voor het uitbreiden van het tweede deel. Haar bijdrage was belangrijk in het uitbreiden van het boek met ruim 150 nieuwe recepten. Hoewel de namen van de vrouwen die haar hielpen niet vermeld zijn, is duidelijk dat het project steun kreeg van een team.

In het derde deel speelde Anna Starke de rol van directrice. Zij had Henriëtte Aletrino-Coronel als hoofd van de keuken, die verantwoordelijk was voor het perfectioneren van de recepten. Binnen de school kreeg ze hulp van Juliana Seedorf-Ip Tjoe Sin, Flora da Silva-Pos en Muriel Samsin-Hewitt. Daarnaast waren ook externe personen betrokken, zoals Theodora Malmberg, Willy Malmberg-Chan Jon Chu, Estelle Monk-Morpurgo en Clara Hermelijn-Giskus.

Het vierde deel, dat binnenkort verschijnt, is volledig herzien en aangevuld door Diana Dubois. Zij kreeg hulp van Joan Neyhoft en Gré Ploeg. Deze samenwerking heeft geleid tot een aanzienlijke uitbreiding van het aantal recepten, wat nu op 750 staat. Dit laatste deel bevat ook de uitgebreide geschiedenis van het Groot Surinaams Kookboek, wat een waardevolle toevoeging is voor historisch onderzoek.

De typewerkzaamheden en financiële beperkingen

De typewerkzaamheden van de verschillende delen van het Groot Surinaams Kookboek werden uitgevoerd door verschillende personen. Het eerste deel werd getypt door Annabella Wright, het tweede deel door Muriel Samsin-Hewitt, en het derde deel door een niet genoemde administratrice van de school. Deze typewerkzaamheden waren essentieel voor de uitvoering van het boek en tonen aan dat het project een teamverhaal is.

Hoewel het derde deel in 1963 gereed was, verscheen het pas in 1976 vanwege gebrek aan financiële middelen. Dit vertraging betekende dat het boek pas in de jaren zeventig beschikbaar was voor een bredere lezersgroep. De Surinaamse editie volgde drie jaar later.

De uitbreiding naar 750 recepten

Het vierde deel van het Groot Surinaams Kookboek is een aanzienlijke uitbreiding op de eerdere delen. Dit deel is volledig herzien en aangevuld met nieuwe recepten door Diana Dubois. Zij kreeg hulp van Joan Neyhoft en Gré Ploeg. Hierdoor is het totaal aantal recepten gestegen tot 750. Deze uitbreiding maakt het Groot Surinaams Kookboek tot een uitgebreid en omfattend werk, dat een grote diversiteit aan Surinaamse recepten bevat.

In dit laatste deel is ook de uitgebreide geschiedenis van het Groot Surinaams Kookboek opgenomen. Deze geschiedenis geeft een overzicht van de ontwikkeling van het boek over de jaren en benadrukt de collectieve inspanningen van verschillende personen. Het is een waardevolle toevoeging voor historisch onderzoek en voor het begrijpen van het belang van het Groot Surinaams Kookboek in de Surinaamse culinair geschiedenis.

Conclusie

Het Groot Surinaams Kookboek is een belangrijk document in de Surinaamse culinair geschiedenis. Het is over een periode van bijna 40 jaar samengesteld en heeft sinds zijn eerste publicatie in 1938 een centrale rol gespeeld in het bewaren en verspreiden van Surinaamse keukenspecialiteiten. De samenstelling van het boek was een collectieve inspanning van verschillende personen, zowel binnen als buiten de huishoudschool. De rol van de directrices van de school was essentieel in het coördineren van het project, en de typewerkzaamheden van de verschillende delen werden uitgevoerd door verschillende personen. De uitbreiding van het boek naar 750 recepten benadrukt het omvangrijke karakter van het werk en maakt het tot een waardevolle bron voor historisch onderzoek en culinair inspiratie.

Bronnen

  1. De geschiedenis van het Groot Surinaams Kookboek in een notendop

Related Posts