Depressie en het gebruik van medicijnen: een overzicht voor keukenkundigen

Het gebruik van medicijnen bij de behandeling van depressie speelt een belangrijke rol in de gezondheidszorg. Voor keukenkundigen, die vaak te maken krijgen met mensen met mentale en fysieke klachten, is het begrip van deze medische aspecten essentieel. Dit artikel biedt een gedetailleerd overzicht van de medische aspecten rondom depressie en de invloed van medicijnen. Het richt zich op de relevante informatie voor diegenen die zich met voedsel en voeding bezighouden, met name in een professionele omgeving.

Inleiding

Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die zich op verschillende manieren kan uiten, zoals somberheid, verminderde motivatie, vermoeidheid, en veranderde eetgewoontes. Het gebruik van antidepressiva is een gangbare behandeling, maar de keuze van het juiste medicijn is complex en afhankelijk van meerdere factoren. Deze keuze kan ook beïnvloed worden door andere medicijnen die een patiënt gebruikt.

Voor keukenkundigen is het begrip van deze medische aspecten van belang, omdat voeding en voedingspatronen een rol kunnen spelen bij het beheersen van depressieve klachten. Bovendien kan het gebruik van bepaalde medicijnen invloed hebben op het voedingsgedrag, de eetlust, en de fysieke toestand van patiënten. Het is daarom belangrijk om te weten welke antidepressiva er zijn, wat hun werkingsmechanisme is, en welke invloed ze kunnen hebben op het eetgedrag en de voeding.

Medicamenteuze behandeling van depressie

Overzicht van antidepressiva

Er zijn verschillende groepen antidepressiva die worden gebruikt in de behandeling van depressie. Deze groepen hebben elk een eigen werking en bijwerkingen. De meest voorkomende groepen zijn:

  • SSRI (selectieve serotonine-heropnameremmers): Deze groep bevat medicijnen zoals fluoxetine, escitalopram, en sertraline. Ze werken door de hoeveelheid serotonine in de hersenen te verhogen.
  • SNRI (selectieve norepinefrine-heropnameremmers): Deze groep omvat medicijnen zoals venlafaxine en duloxetine. Ze werken door zowel serotonine als norepinefrine te verhogen.
  • Tricyclische antidepressiva (TCA): Medicijnen zoals amitriptyline en doxepine behoren tot deze groep. Ze zijn minder vaak voorgeschreven vanwege hun bijwerkingen.
  • MAO-remmers (mono-amino-oxidaseremmers): Deze groep bevat medicijnen zoals nardil en parnate. Ze worden over het algemeen alleen voorgeschreven wanneer andere middelen niet werken.
  • Agomelatine: Een andere groep antidepressiva die een unieke werking heeft door de melatonine- en serotonine-receptoren aan te gaan.

De keuze van het juiste antidepressivum hangt af van meerdere factoren, waaronder de ernst van de depressie, het medische verleden van de patiënt, en de aanwezigheid van andere aandoeningen. Bij lichte of matige depressie wordt vaak niet direct met medicijnen begonnen, maar wordt eerst een behandeltraject met psychologische ondersteuning overwogen.

Werkzamheid en verdraagbaarheid

Volgens de bronnen is de werkzamheid van antidepressiva gevarieerd. De meeste antidepressiva zijn effectiever dan placebo, maar de verdraagbaarheid verschilt per medicijn. De volgende tabel geeft een overzicht van de relatieve risico’s op uitval (het stoppen met het medicijn om welke reden dan ook) voor verschillende antidepressiva:

Antidepressivum Relatief risico (95%-Crl)
Agomelatine 0,58 (0,32 tot 1,06)
Duloxetine 0,93 (0,68 tot 1,28)
Vortioxetine 0,91 (0,49 tot 1,66)
Mirtazapine 0,91 (0,41 tot 2,01)
Escitalopram 0,92 (0,59 tot 1,43)
Bupropion 0,98 (0,60 tot 1,59)
Sertraline 0,62 (0,35 tot 1,10)
Paroxetine 0,66 (0,37 tot 1,20)
Citalopram 0,69 (0,40 tot 1,17)
Venlafaxine 1,63 (0,39 tot 1,01)
Amitriptyline 0,55 (0,32 tot 0,96)
Fluoxetine 0,67 (0,47 tot 0,95)

Deze gegevens tonen aan dat agomelatine mogelijk minder uitval veroorzaakt dan placebo, terwijl andere antidepressiva meer uitval kunnen veroorzaken. Voor amitriptyline en fluoxetine is het relatieve risico op uitval hoger en mogelijk klinisch relevant.

Contra-indicaties en interacties

Het gebruik van bepaalde antidepressiva kan contra-indicaties hebben bij patiënten met een depressie of een voorgeschiedenis van depressie. Bijvoorbeeld, flunarizine is het enige middel met een belangrijke contra-indicatie bij patiënten met een depressie. Voor andere middelen, zoals topiramaat, corticosteroïden, en mefloquine, is een depressie (of depressie in de voorgeschiedenis) een relatieve contra-indicatie.

Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met mogelijke interacties tussen antidepressiva en andere medicijnen. Een aantal voorbeelden van medicijnen die interacties kunnen hebben met antidepressiva zijn:

  • Bedaquiline (tuberculose)
  • Carbamazepine (epilepsie)
  • Cyproteronacetaat (hormonale aandoeningen)
  • Dolutegravir (HIV)
  • Dronedarone en propafenon (abnormale hartritmes)
  • Eribulin (kanker)
  • Idelalisib (kanker)
  • Ivabradine (angina)
  • Lomitapide (familiaire hypercholesterolemie)
  • Macitentan (pulmonale arteriële hypertensie)
  • Maraviroc (HIV)
  • Quetiapine (schizofrenie)
  • Simeprevir (hepatitis C)
  • Simvastatine (hypercholesterolemie)
  • Sofosbuvir (hepatitis C)
  • Telithromycine en linezolid (antibiotica)
  • Ulipristal (noodanticonceptie)

Het is belangrijk om patiënten te informeren dat het gebruik van antidepressiva moet worden gecoördineerd met andere medicijnen en dat eventuele interacties kunnen leiden tot verergering van depressieve klachten.

Depressie en voeding

Het verband tussen depressie en voeding is complex. Voeding kan zowel een oorzaak als een gevolg van depressie zijn. Patiënten met depressie kunnen bijvoorbeeld een verminderde eetlust hebben, wat leidt tot ondergewicht en voedingstekorten. Aan de andere kant kan een ongezonde voeding of bepaalde voedingspatronen ook bijdragen aan de ontwikkeling van depressie.

Voor keukenkundigen is het begrip van deze dynamiek belangrijk, omdat ze een rol kunnen spelen bij het ondersteunen van patiënten met depressie. Het aanbieden van een evenwichtig dieet met genoeg voedingsstoffen kan helpen bij het beheersen van depressieve klachten. Bovendien kan het gebruik van bepaalde antidepressiva invloed hebben op het eetgedrag, zoals veranderingen in eetlust of gewicht.

Het is ook belangrijk om rekening te houden met eventuele beperkingen die patiënten kunnen hebben door hun medicatiegebruik. Bijvoorbeeld, bepaalde antidepressiva kunnen buikklachten veroorzaken, wat het eetgedrag kan beïnvloeden. In dat geval is het belangrijk om een dieet aan te bieden dat gemakkelijk te verteren is en die niet de klachten verergert.

Lichte en matige depressie

Voor patiënten met lichte of matige depressie is het gebruik van antidepressiva vaak niet de eerste keus. In plaats daarvan wordt meestal eerst een behandeltraject met psychologische ondersteuning aangeboden. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit dagstructurering, activiteitenplanning, en korte psychotherapie. Deze aanpak is bedoeld om de patiënt te ondersteunen bij het herstellen van hun mentale en fysieke toestand.

Voor keukenkundigen is het belangrijk om te weten dat de behandeling van lichte of matige depressie niet altijd met medicijnen begint. In deze gevallen is het aanbieden van een gezond dieet en fysieke activiteit een waardevolle bijdrage aan het herstelproces.

Depressie en ouderen

Bij ouderen zijn de keuzes van antidepressiva nog gevoeliger. De eerste keus bij medicatie voor ouderen (>70 jaar) bestaat uit 2 SSRI’s, terwijl tricyclische antidepressiva niet langer aanbevolen worden als antidepressivum van eerste keus. Dit heeft te maken met de verdraagbaarheid van deze medicijnen bij ouderen, die vaak meer kwetsbaar zijn voor bijwerkingen.

Het is belangrijk om rekening te houden met de specifieke behoeften van ouderen bij het ontwerpen van een dieet. Bijvoorbeeld, ouderen kunnen last hebben van verminderde eetlust of verminderde vertering, wat het aanbieden van een voedend dieet extra belangrijk maakt. Daarnaast kan het gebruik van antidepressiva invloed hebben op de voedingsbehoeften en eetgedrag van ouderen.

Conclusie

Depressie en het gebruik van antidepressiva zijn complexe medische aspecten die ook invloed kunnen hebben op het voedingsgedrag en de voeding van patiënten. Voor keukenkundigen is het begrip van deze aspecten belangrijk, omdat ze een rol kunnen spelen bij het ondersteunen van patiënten met depressie. Het aanbieden van een evenwichtig dieet, het rekening houden met eventuele beperkingen veroorzaakt door medicatiegebruik, en het samenwerken met medische specialisten zijn essentieel voor een succesvolle benadering.

Het is belangrijk om te weten welke antidepressiva er zijn, wat hun werkingsmechanisme is, en welke invloed ze kunnen hebben op het eetgedrag en de voeding. Bovendien is het belangrijk om rekening te houden met eventuele contra-indicaties en interacties tussen antidepressiva en andere medicijnen. Voor patiënten met lichte of matige depressie kan het gebruik van antidepressiva niet de eerste keuze zijn, maar het aanbieden van een gezond dieet en fysieke activiteit kan een waardevolle bijdrage leveren aan het herstelproces.

Bronnen

  1. Richtlijnen NHG: Depressie
  2. Mildac 600mg - Manifestaties van depressie
  3. Beste antidepressiva zonder bijwerkingen

Related Posts